1 Co-teaching: handelingsvaardiger worden door samen les te geven
Workshopleider: Sandra Koot
(in workshopronde 2 en 3)
Binnen passend onderwijs geven leraren aan moeite te hebben met gedragsproblemen en het omgaan met verschillen in de klas. De vaardigheden en attitude van de leraar zijn cruciaal voor het omgaan met gedrag en verschillen in de klas.
Co-teaching is een vorm van coaching-on-the-job, hierbij werken co-teacher en leraar in de klas als evenwaardige partners samen. Terwijl de co-teacher door participatie in de groep concreet coachend de overdracht realiseert van vaardigheden nodig in de actuele situatie, levert het reflectiegesprek na afloop een verdiepende slag: de leraar reflecteert op eigen handelen.
Wij verkennen het begrip co-teaching, wat is het vooral wel, we kijken naar onderzoek en de effecten van co-teaching. We bekijken filmmateriaal en we verkennen waar het een plek kan vinden in de eigen werkomgeving en wat daarvoor nodig is.
2 De Ringaanpak: een groepsdynamische benadering
Workshopleider: Barry Redeker
(in workshopronde 1 en 3)
Vanuit de gedachte dat mensen sociale wezens zijn, met het verlangen bij een groep te horen, ontwikkelde Barry Redeker De Ringaanpak: een groepsdynamische benadering voor een veilige klas, opgebouwd uit 8 concrete stappen. De Ringaanpak gaat uit van een systemisch geheel. Wie neemt welke plek in ten opzichte van de onveiligheid? Welk gedrag zien we? Wat zijn valkuilen bij deze positie? Wat zijn kwaliteiten? Waar kun je positief mee aan de slag gaan?
Er wordt een sterk beroep gedaan op groepsverantwoordelijkheid, zelfsturing en het aanspreken op elkaars gedrag. Individuele leerlingen worden zich bewust van hun eigen gedrag en leren zelf regie te nemen. De Ringaanpak heeft direct effect op de groep en de leerkracht.
De Ringaanpak is zo opgebouwd dat de leerlingen zelf realistische en positieve groepsdoelen formuleren. De drie gouden gedragsregels (begrenzen, bekrachtigen en negeren) maken geïntegreerd deel uit van de aanpak.
3 Executieve functies in het po
Workshopleider: Mickey Waringa
(in workshopronde 1 en 2)
De term executieve functies is steeds bekender in het onderwijs. Wat zijn executieve functies nou precies? Hoe kun je executieve functies een plaats geven in je onderwijs? Waar helpen we leerlingen nu écht mee?
Wil je meer weten over hoe executieve functies in concreet gedrag terug te zien zijn? Handvatten krijgen hoe je leerlingen hiermee in hun ontwikkeling kunt ondersteunen? Waarom executieve functies zo van belang zijn voor het leren? Kom dan naar de workshop waarin we kijken naar de ontwikkeling van de executieve functies en de manier waarop we leerlingen praktisch kunnen ondersteunen.
4 Expliciete Directe Instructie
Workshopleider: Tony van Dalen
(in workshopronde 1 en 2)
In deze workshop maak je kennis met de principes van EDI (Expliciete Directe Instructie). Onderzoek toont aan dat directe instructie een effectieve aanpak is om het leren van leerlingen te bevorderen. EDI brengt alle leerlingen stapsgewijs naar beheersing van de leerdoelen en laat hen zo succes ervaren: ‘Ik kan het!’ De leerkracht geeft instructie en controleert door het stellen van veel vragen voortdurend of alle leerlingen het begrijpen. Er wordt denktijd geboden, leerlingen mogen overleggen en er worden willekeurige beurten gegeven. Alle leerlingen worden actief betrokken en dit is terug te zien in hun motivatie en leeropbrengsten. De workshop is interactief van opzet.
• Aan het eind van de workshop kun je praktische tips noemen om leerlingen actief en betrokken te laten deelnemen aan de les.
• Je weet hoe je kunt controleren in hoeverre de leerlingen de instructie hebben begrepen.
• Je hebt een beeld gekregen wat EDI inhoudt en wat dat kan betekenen voor jouw klas, school of organisatie.
5 Gedrag is meer dan je ziet!
Workshopleider: Willem de Jong
(in workshopronde 1 en 2)
Het is belangrijk dat leerkrachten inzicht hebben in de verschillende oorzaken van gedragsproblemen. Niet alle opstandige gedragsuitingen wijzen in de richting van een gedragsstoornis. Vaak kan met kennis en begrip het tij worden gekeerd. In deze presentatie wordt stilgestaan bij de verschillende domeinen (leerling, ouders, school, omgeving) en de daarbij behorende risicofactoren zoals: erfelijkheid, temperament, hechting, voorbeeldgedrag, vernedering, schaamte, verwaarlozing, ziekte, rouw, mishandeling, verwenning en armoede. De genoemde risicofactoren spelen uiteindelijk ook een rol bij het ontstaan van gedragsstoornissen. Leidraad zal steeds zijn: met kennis van zaken, proactief werken. Met andere woorden: op grond van gegevens en niet op grond van aannames werken aan het professionaliseren van het pedagogisch- en didactisch handelen.
Humor ontbreekt in deze presentatie niet!
6 Gedragsproblemen en SEL
Workshopleider: Kees van Overveld
(alleen in ronde 2)
In deze workshop wordt verder stil gestaan bij sociaal-emotioneel leren (SEL).
Aan de deelnemers zal worden gevraagd een casus te beschrijven. De casus zal worden bekeken vanuit het perspectief van vijf SEL-competenties: besef van zichzelf, zelfmanagement, besef van de ander, relaties hanteren en keuzes maken.
Er zal op twee vragen een antwoord worden gezocht:
1. Waarom doet het kind wat het doet? (Snapt het kind welke signalen het lichaam zendt als er sprake is van potentieel gevaar? Is de gevoelenswoordenschat toereikend om een antwoord te hebben op de heftige emoties die het denken verstoren? Enz).
2. Hoe kan het gedragsprobleem worden aangepakt vanuit een of meerdere van de vijf SEL-competenties?
7 Kleppen dicht! – Effectief leren met ICT
Workshopleiders: Patricia van Slobbe en Michel van Ast
(in workshopronde 1 en 3)
Er wordt vaak beweerd dat technologie onderwijs efficiënter, effectiever en betekenisvoller maakt. En dat is misschien waar, maar tegelijkertijd is het niet de technologie alleen die daar voor zorgt. De docent blijft de sleutel in dit verhaal; hij of zij is degene die het grootste verschil kan maken voor zijn of haar leerlingen. Technologie kan daar op een positieve manier aan bijdragen.
In deze workshop ervaar je enkele activerende werkvormen waarbij technologie een toegevoegde waarde biedt. Je maakt kennis met verschillende manieren van de inzet van technologie waarmee het gemakkelijker wordt om aan te sluiten bij de individuele behoefte van jouw leerlingen. Het doel van de sessie is je een aantal activerende werkvormen mee te geven waarbij je ICT gebruikt en die je morgen direct in je eigen onderwijs kunt inzetten.
8 Leren leren in het basisonderwijs
Workshopleiders: Karin Nijman en Inge Verstraete
(in workshopronde 1 en 2)
‘Je moet kinderen leren hoe ze moeten denken, niet wat ze moeten denken.’ – Margaret Mead
Voor een krachtig leerproces moeten leerlingen helder kunnen denken en zelf sturing kunnen geven aan hun leergedrag. Hoe kun je als leerkracht denkstrategieën en zelfregulatie van de leerling versterken, van kleuter tot groep 8? En op welke wijze kan het visualiseren van metacognitieve denkstappen in de klas het leerproces ondersteunen? De auteurs van het Handboek leren leren geven in deze workshop handvatten voor strategieën die écht werken in de dagelijkse onderwijspraktijk.
9 Leren voor morgen, one size doesn’t fit all
Workshopleider: Myriam Lieskamp
(in workshopronde 1 en 3)
De wereld verandert in een hoog tempo. Wat vandaag nieuw is, is morgen achterhaald. Dat vraagt van ons allemaal, dus ook van leerlingen, dat we altijd blijven leren. Het onderwijs heeft daarom als taak hun leerlingen vooral leren om te leren. Maar hoe pak je dat nu aan? In deze workshop maak je kennis met een kansrijke oplossing: de professionele leergemeenschap.
In een professionele leergemeenschap staat de leerling centraal. Het onderwijs wordt om de leerlingen heen georganiseerd. Dat doe je vooral samen, vanuit een gedeelde visie hoe jullie leerlingen alle mogelijkheden bieden om zich te ontwikkelen. Aan het eind van de workshop weet je wat een professionele leergemeenschap is, en wat het vooral ook niet is. Je maakt kennis met de bouwstenen van een professionele leergemeenschap en je weet welke kansen dat jou gaat bieden om goed onderwijs voor jullie leerlingen te realiseren.
10 Maatwerk bij de begeleiding van leerlingen met Niet-Aangeboren Hersenletsel
Workshopleiders: Suzanne de Roos en Diana Moonen-de Zwaan
(in workshopronde 2 en 3)
Per jaar lopen 20.000 kinderen (tot twintig jaar) Niet-Aangeboren Hersenletsel (NAH) op, bijvoorbeeld door een val, ongeluk, vechtpartij, neurologische aandoening of ziekte. NAH zie je vaak niet meteen aan de buitenkant, maar het kan verstrekkende gevolgen hebben voor het verdere leven van een kind of puber en zijn gezin. Afhankelijk van de plaats en aard van het letsel kan het kind bijvoorbeeld problemen in het dagelijks functioneren, het leren, gedrag en de belastbaarheid blijven ervaren. Dit betekent ook dat het onderwijs, het gezin en de hulpverlening voor de uitdaging worden gesteld om voor deze leerlingen een vaak langdurig zorg- en onderwijstraject te realiseren.
Met behulp van casuïstiek en videobeelden wordt in deze interactieve workshop inzicht gegeven in de volgende aspecten:
o Wat is NAH, wat kun je verwachten?
o Wat zijn veel voorkomende situaties bij de begeleiding van kinderen en jongeren met NAH in het onderwijs (po/vo)?
o Ook in jouw school zijn kinderen met (al dan niet onderkend) hersenletsel. Hoe signaleer je deze kinderen en op welke manier kun je zinvol en empathisch omgaan met deze doelgroep?
11 Meidenvenijn: er als de kippen bij zijn!
Workshopleider: Anke Visser
(in workshopronde 2 en 3)
De term ‘meidenvenijn’ is sinds de lancering in 2006 aardig ingeburgerd in het onderwijs. Meidenvenijn wat is het precies? Wat zie je in de klas en op het plein? Waarom doen meisjes zo venijnig onderling? En vooral wat doe je er mee als leerkracht, als begeleider? Blijf je uit het wespennest of spring je er middenin? Neem je het mikpuntmeisje onder je vleugel of neem je de kleine queen bee en haar hofdames in de tang? Meidenvenijn kent verschillende ‘modellen’. Ontdek in deze workshop het verschil tussen een piramide en een amoebe, tussen pamperen en empoweren. En waarom u zich vooral niet moeten laten verleiden tot archeologie als u de angel uit een girlfight wilt halen.
12 Opnames in de klas: de beste methode om leerlingen het allerbeste te bieden!
Workshopleider: Marijke Bouwhuis
(in workshopronde 1 en 3)
Goed onderwijs begint met goed kijken, naar jezelf als leraar, maar ook naar leerlingen. Het is voor veel leraren spannend om opnames te (laten) maken in de klas, maar niets werkt zo goed als je klas in beeld te brengen, en terug te kijken naar de beelden. En vaak ontdekken leraren al na de eerste opname hoe leerzaam en leuk het is om in rust goed te kijken naar jezelf én de leerlingen.
In de workshop leer je hoe je opnames kunt gebruiken in de begeleiding van leerkrachten en leerlingen. Je leert interactiepatronen herkennen en alternatieven zien. Je ontdekt ook hoe je de opnames kunt gebruiken om verdiepende gesprekken te voeren met leraren over hun gedrag, vaardigheden, overtuigingen en pedagogische drijfveren. Kortom, over het leraar-zijn.
13 Schoolwide Positive Behavior Support (SWPBS)
Workshopleider: Monique Baard
(in workshopronde 2 en 3)
Schoolwide PBS is een geïntegreerde, schoolbrede en preventieve aanpak, gericht op alle leerlingen. Doel van de methodiek is om een veilig en positief schoolklimaat te creëren dat alle leerlingen in staat stelt om optimaal te profiteren van het geboden onderwijs. Om dit te bereiken maakt PBS gebruik van een combinatie van research based interventies en strategieën, gericht op het versterken van gewenst gedrag en op het voorkomen van probleemgedrag. Wanneer PBS op een school is geïmplementeerd, dan hebben de volwassenen in en om de school op basis van gemeenschappelijk gedragen waarden hun gedragsverwachtingen geëxpliciteerd en op elkaar afgestemd. Deze gezamenlijke verwachtingen leren zij de leerlingen systematisch aan waardoor de leerlingen beter weten wat er in en om school van hen wordt verwacht én de kans dat zij zich hiernaar gedragen toeneemt. Er ontstaat een veilig, voorspelbaar klimaat waarin positief gewenst gedrag systematisch wordt bekrachtigd en ongewenst gedrag eenduidig wordt omgebogen.
In deze interactieve workshop wordt inzicht gegeven in de basisprincipes van SWPBS. Deelnemers ervaren zelf wat de bouwstenen van dit systeem betekenen en hoe een implementatieproces binnen een school is opgebouwd. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de sociale veiligheidsmodule binnen SWPBS die gericht is op preventie van pesten en het betrekken van leerlingen en ouders bij het bevorderen van een sociaal veilig school- en groepsklimaat.
14 Scrummen met schoolteams
Workshopleider: Laura Stroo
(in workshopronde 1 en 3)
In het onderwijs werken we steeds meer samen aan een professionele cultuur. Maar wat als iemand zich niet aan de afspraken houdt? Of als het niet duidelijk is wie verantwoordelijk is voor een bepaalde taak? En hoe prioriteer je, als er zoveel zaken zijn om aan te werken en er ook steeds nieuwe taken bij komen? Wat kun je doen om het gevoel van werkdruk tegen te gaan?
Deze workshop is een introductie van werken met scrum in schoolteams. Scrum is een flexibele werkwijze om het handelingsgerichte werken vorm te geven, met veel oog voor eigenaarschap. Na een korte theoretische inleiding, hoor je succeservaringen van andere schoolteams en krijg je alvast een kort voorproefje van wat werken met scrum kan opleveren.
15 Taal in het kwadraat: werken aan identiteitsontwikkeling bij kinderen met een taalachterstand of taalontwikkelingsstoornis
Workshopleider: Jet Isarin
(in workshopronde 1 en 2)
Om zich sociaal en emotioneel goed te kunnen ontwikkelen hebben kinderen met taalproblemen meer communicatie en oefening nodig dan andere kinderen. Maar juist door hun taalproblemen wordt er vaak minder met ze gecommuniceerd en hebben ze minder gelegenheid om te oefenen. De tekorten in de sociale taal die belangrijk is voor de communicatie met anderen, verdubbelen zich doordat ook de innerlijke taal van kinderen met taalproblemen zich minder goed ontwikkelt.
Spraaktaal Kids is een methode voor identiteitsontwikkeling en psycho-educatie voor kinderen met een taalontwikkelingstoornis of taalachterstand. De werkmappen dragen beeld en taal aan voor het communiceren en denken over gevoelens, gedachten, wensen, opvattingen en relaties en geven handvatten voor het omgaan met taal- en communicatieproblemen.
In de workshop:
• Ervaar je hoe taalproblemen doorwerken in het dagelijks leven van kinderen.
• Krijg je inzicht in de relatie tussen (innerlijke) taal, sociaal-emotionele ontwikkeling en leren.
• Leer je hoe je Spraaktaal Kids in de klas kunt gebruiken.
16 Teken je gesprek… over iets wat er goed ging
Workshopleider: Adinda de Vreede
(in workshopronde 2 en 3)
In deze workshop maak je kennis met de basis van Teken je gesprek. Je leert over het kleurgebruik, de symbolen en de basishouding. Je gaat ook zelf aan de slag zodat je kunt ervaren wat een getekend gesprek met je doet. We gaan in groepjes van twee een gesprekstekening maken over iets dat je gelukt is. Er wordt visueel gemaakt wat er goed ging, hoe je dat voor elkaar hebt gekregen, wat je dacht en wat je voelde. Je zult verrast zijn over het effect dat een kleurige gesprekstekening op je heeft en hoe prettig het is als iemand een ‘teken je gesprek-basishouding’ uitstraalt. Kortom het wordt een plezierige/succesvolle workshop.
17 Van werkdruk naar werkplezier
Workshopleider: Angela Kouwenhoven
(in workshopronde 1 en 3)
Veel mensen in het onderwijs ervaren een hoge werkdruk. Tegelijkertijd bezorgt (een deel van) het werk hun veel plezier.
Wat zorgt bij jou voor werkdruk en wat geeft je een prettig gevoel in wat je doet? Is dat nog in balans of vormt de hoeveelheid aan taken en verplichtingen een bedreiging voor het werkplezier? In deze workshop wordt gewerkt aan het druk hebben en druk voelen en ga je de deur uit met praktische handvatten die je morgen gelijk in de praktijk kunt brengen.
18 Verhaal- en contextsommen
Workshopleider: Marcel Schmeier
(in workshopronde 3)
Volgens de kerndoelen primair onderwijs moeten leerlingen zowel kale sommen als toepassingsopgaven kunnen oplossen. Deze worden ook wel verhaalsommen, redactiesommen of contextsommen genoemd. Ze zijn complex en vormen de ontmoetingsplek van de drie kernvakken: rekenen, taal en algemene kennis. Hoe onderwijs je deze sommen? En welke materialen en hulpmiddelen zijn hiervoor beschikbaar? Een praktische workshop waarvan de inhoud direct toepasbaar is in je dagelijkse praktijk.
19 Wiebelen en friemelen in de klas
Workshopleiders: Monique Thoonsen en Carmen Lamp
(in workshopronde 1 en 2)
Deze interactieve workshop gaat over zintuiglijke prikkelverwerking. Op een heldere manier krijg je uitleg over:
• Wat is onder- en overprikkeld zijn?
• Welk gedrag hoort bij onder- en overprikkeld zijn?
• Welke kenmerken van gedrag zijn het belangrijkst om dat te kunnen zien?
• Welke oplossingen zijn er?
Aan de hand van video- en beeldmateriaal ga je oefenen om naar gedrag te leren kijken met de ZiP-bril op. Dat betekent dat je naar gedrag kijkt met zintuiglijke prikkelverwerking als mogelijke oorzaak in je achterhoofd. Er worden verschillende oplossingen geïntroduceerd die je direct de volgende dag in jouw klas kunt toepassen.